De bodem als basis

De bodem is de basis voor alles wat groeit; een gezonde bodem heeft een gezond bodemleven. Een gezonde levendige bodem resulteert in snellere, uitbundigere en mooiere groei van planten, bomen, bloemen, gazon en weide, maar ook in meer en grotere vruchten in moestuin, fruitbomen en voedselbossen. Hierdoor wordt meer kooldioxide uit de lucht omgezet in zuurstof, wat de klimaatverandering ten goede komt.
Een gezonde bodem zorgt voor goede wateropname en het langer vasthouden van water bij lange periodes van droogte. Een goed doorlaatbare bodem betekent ook veel bodemleven. Wij kunnen als mensen niet zorgen voor een langdurig goede doorlaatbare bodem, dat doet het bodemleven voor ons. Wij kunnen het bodemleven wel stimuleren.

Wij mensen, dieren en planten kunnen alleen gezond blijven als de biodiversiteit op aarde in balans komt en blijft.
We zijn volledig afhankelijk van alles wat groeit, omdat dat is waar wij van leven. En alles wat groeit is weer totaal afhankelijk van de bodem, daarom is de bodem de basis van een eetbare tuin en voedselbos. Maar ook de bodem van de weide waar de dieren grazen is belangrijk. Het kiezen van een bepaalde soort (kruiden) gras heeft een positief effect op de gezondheid van de dieren.

Het is belangrijk om goed te kijken naar de bodem en eventueel onderzoek te doen om goed te weten hoe de bodem er nu bij ligt, zodat je weet wat het startpunt is. Dat kun je doen d.m.v. een doe-het-zelf bodemonderzoek en/of laboratorium onderzoek.

De conditie van de bodem laat heel veel zien over hoe intensief onze arbeid moet zijn om alles goed te laten groeien. Hoe gezonder de bodem, hoe minder intensief het arbeid zal zijn en hoe beter de doorlaatbaarheid, opneembaarheid en voeding voor de planten in de bodem is.
Zorgen voor een goede, gezonde bodem betekent eigenlijk: het werk laten doen door de natuur, en zo min mogelijk ingrijpen. En laat dat nou net hetgeen zijn waar wij naar toe willen. Een fijne samenwerking, waardoor veel overvloed wordt gecreëerd en arbeid wordt verminderd. Iets wat vroeger heel normaal was in de natuur. Er is vaak wel wat nodig om deze balans weer terug te krijgen. Van de meeste bodems in tuinen is veel gevraagd, door het gebruik van zware machines, het omspitten van de grond en het afvoeren van plantenresten. Het is dan raadzaam eerst iets terug te geven aan de bodem, zodat deze ook de kans krijgt om te herstellen. De natuur zal het altijd zelf oplossen, mits de bodem met rust wordt gelaten. Je kunt dus ook niets doen, maar de tijd die daarvoor nodig is kan soms te lang zijn. Hier kunnen tientallen jaren overheen gaan. Door als mens wat terug te geven en te investeren in je bodem, kun je gelijk aan de slag met de aanleg van je (moes)tuin en/of voedselbos.
Het toevoegen van champost, lavagruis en (eetbare) bodembedekkers heeft in korte tijd ontzettend veel gedaan bij ons, bijna ongelooflijk wat een transformatie dat is geweest. Door in te gaan zien hoe belangrijk de bodem is, eigenlijk het allerbelangrijkst, zagen we ook in hoe belangrijk het is dat nog véél meer mensen dit moeten weten! Het eerste jaar hebben we de gehele tuin voorzien van lavagruis en champost en de onbedekte bodem voorzien van een dun laagje houtsnippers, blad of (eetbare) bodembedekkers. Maar ook de resten van gewassen na de oogst in je moestuin laten liggen zorgt voor extra organische stof, deze resten worden verteerd door het bodemleven en dat zorgt voor nieuwe voeding in de bodem voor het jaar daarop.
In de moestuin en op de akkers zal het altijd belangrijk zijn om in het najaar een laag
champost aan te brengen met bijvoorbeeld een laag bladeren, stro of groenbemesters zaaien zoals o.a. Phacelia, Japanse haver en Wikke. Eénjarige planten vragen veel van de bodem, een goede balans in de moestuin is daarom erg belangrijk.

Het eerste wat je ook ziet als een bodem onbedekt is, is dat moeder natuur zorgt voor bedekking. Er komen meteen allerlei soorten plantjes op, ook wel ‘onkruid’ genoemd. Dit is eigenlijk een verkeerde benaming, want onkruid is ontzettend nuttig. Onkruid is een pioniers plant die zorgt voor de eerste bedekking op de bodem.
Deze pioniers planten hebben belangrijke functies. Eén daarvan is de ondersteuning van het bodemleven. Toch kunnen deze planten de gewassen die je bewust hebt geplant overwoekeren, waardoor het raadzaam is om zelf te kiezen voor een (eetbare) bodembedekker.

Er is altijd grondwerk nodig in een voedselbos of tuin, of het nu het planten van bomen is, of het aanleggen van beregening, vijver of poel.
Wij hebben ervoor gekozen om het grote, grove grondwerk meteen in het begin van de aanleg te doen, zodat we daarna niet meer drastisch hoeven in te grijpen en de bodem nu voor de rest van ons leven kan doen wat zij moet doen.

Voordat we zelf zijn begonnen met de aanleg van ons voedselbos hebben we een laboratorium bodemonderzoek uitgevoerd zodat we op de juiste manier de bodem konden stimuleren zonder zomaar wat te strooien. Ieder half jaar voeren we een pH-waarde test uit met de doe-het-zelf test kit van ECO-style. De grond was bij ons erg zuur, in zo’n geval is het belangrijk de pH-waarde wat omhoog te brengen zodat het bodemleven goed kan functioneren. Anderhalf jaar later hebben we nogmaals een bodemonderzoek uitgevoerd om te zien wat onze handelingen gedaan hebben voor onze bodem. Dit herhalen we over 3 jaar nog ééns om te kunnen zien hoe de bodem zich hersteld. Je kunt hier meer lezen over de verschillende pH-waarde.

Belangrijk om goed te werk te kunnen gaan, is te weten wat de kwaliteit/status is van de bodem. Dat kun je doen door het uitvoeren van een bodemonderzoek, want soms kan de intentie vanuit de mens goed zijn maar brengt het juist schade aan de bodem door bijvoorbeeld mest of klak te strooien. Je kunt eigenlijk geen goed advies geven als je niet weet hoe de bodem ervoor staat.
Je kunt meteen aan de slag met onderstaande bodemtips.


Belangrijke tips voor bodemverbetering

Door de bodem zo weinig mogelijk, maar het liefst niet te bewerken, kan de bovenste laag van de aarde zichzelf gaan herstellen, zodat je het gewenste effect krijgt: de bodem komt weer in balans. In deze laag zitten de meeste micro-organismen die ervoor zorgen dat de bodem in balans komt en blijft. Door de grond vaak te bewerken wordt deze laag beschadigd of vernietigd.

Houd de bodem zoveel mogelijk bedekt. Dit kun je doen door blad of houtsnippers aan te brengen of te zaaien. Je kunt eventueel ook stro of fijn snoeiafval aanbrengen of kiezen voor een (eetbare) bodembedekker. Maar ook de resten van gewassen na de oogst laten liggen is een goed idee. Houtsnippers is niet aan te raden in de moestuin maar wel als laag onder planten of bomen, een dunne laag volstaat.
Hierdoor groeit er veel minder ‘onkruid’ en hoeft je de bodem zo min mogelijk te bewerken.

De bodembedekker beschermt het bodemleven tegen de weersomstandigheden. Het beschermt tegen kou en houdt warmte vast, wat er in de winter voor zorgt dat de organismen in leven blijven onder een bedekte bodem en de grondtemperatuur constanter is, waardoor de plantwortels zich beter ontwikkelen.

Doordat je ervoor zorgt dat de bodem continu bedekt blijft door organisch materiaal toe te voegen, wordt de bodem rijker aan humus. Humus kan beter water opnemen en vasthouden en dit wordt dan afgegeven in drogere periodes.
De mulchlaag droogt uit, maar de bodem blijft vochtig.
Het bedekken van de bodem met natuurlijk materiaal zorgt voor extra voedingsstoffen voor de bodem.

Ook het stressniveau van de planten blijft laag, omdat de bodemtemperatuur en de watervoorziening constant blijven. Stress-arme planten betekent: sterke, gezonde planten.
Hierdoor kunnen planten veel beter standhouden tegen ziekten en plagen, en gaan ze constanter groeien en meer opbrengst opleveren.

Extra voordelen van het aanplanten van (eetbare) bodembedekkers op kale grond, maar ook onder bomen en struiken zijn:

  • Zorgen dat de bodem nog beter belucht wordt door de wortels.
  • Trekken nog meer nuttige bodemorganismen aan.
  • Verhoogt het organisch stofgehalte.