Doe-het-zelf bodemonderzoek

Een bodem in balans zegt heel veel over de planten, bomen en grassen die daarop groeien. Zijn zij in staat voedingsstoffen goed op te nemen? Zijn ze bestemd tegen ziekten? Geven ze de oogst die we graag zouden willen zien?

Er zijn 3 verschillende methodes om te kijken naar de bodem en wat deze jou verteld. Deze hebben we hieronder verder toegelicht. Door onderzoek te doen kun je niet alleen rekening houden met het beplanten van je tuin, maar kun je ook zien wat de bodem maar ook de planten en bomen nodig hebben, waardoor je niet zomaar wat strooit. Iets toevoegen aan je tuin kan namelijk ook nadelige effecten hebben. 

Het doe-het-zelf onderzoek blijft grotendeels visueel; de exacte waardes van mineralen en organische stoffen verkrijg je door het laboratoriumonderzoek. 

Er zijn 3 dingen in het onderzoek die zichtbaar zijn, mits deze aanwezig zijn: 


1.

Zoals je misschien gelezen hebt op de pagina de bodem als basis zorgt de natuur er zelf voor dat de bodem bedekt wordt als deze onbedekt is. Daar waar de mens weinig komt is de bodem bijna nooit onbedekt omdat de natuur dit zelf oplost met zoals wij dat noemen: onkruid oftewel pioniersplant. Je zet de pioniersplanten in als bodemindicator. Deze planten worden ook wel signaal- of indicatorplanten genoemd.

Je kunt zien of je bodem zuur, kalkrijk, droog, verdicht, rijk of arm is. Planten hebben voedingsstoffen nodig om te kunnen groeien. Je ziet de plant staan die op deze grond goed gedijt. Veel planten kunnen zich goed aanpassen het geeft dus geen zekerheid. Dit meenemen in dit onderzoek is zeker de moeite waard. Hoe vaker een bepaalde plant terugkomt hoe meer zekerheid je hebt over wat deze plant je verteld over jouw bodem.

Voedselrijke bodems: zevenblad, brandnetels, bramen en smeerwortel.
arm aan stikstof: klavers en wikke.
zure grond: schapenzuring, heide en varkensgras.
verdichte grond: heermoes, madeliefjes, grote weegbree en klein hoefblad.


2.

Ook de organische stof in de bodem, vaak bekend als humus verteld je veel over de bodem. Als dit aanwezig is, is dat een goed teken! Het woord humus is ooit ontstaan vanuit onderzoeken die gedaan werden. Sinds 2015 ‘bestaat’ humus niet meer omdat ze ontdekte dat de stoffen die het woord humus gekregen hadden niet ontstonden in de bodem maar in het laboratorium. We hebben het nu over organische stof. De door het bodemleven omgezette organische stof die ontstaat wanneer onafgebroken organische materialen zoals planten- en dierenresten en uitwerpselen worden afgebroken door het bodemleven (bacteriën en schimmels). Hierdoor ontstaat een sponsachtige stof die 5x zijn eigen gewicht aan water vast kan houden.

Hiernaast zie je een bodemprofiel. Bovenin zie je een laag van rijk organische stof. Deze laag is korrelig. Door de kruimelige structuur kunnen lucht en water gemakkelijker door de grond heen stromen, wat bijdraagt aan een gezonde bodem. Deze laag zorgt voor een betere structuur in je bodem. Zandgrond zonder organische stof is heel los. Kleigrond met organische stof is geen overbodige luxe, hierdoor kunnen lucht en water beter door de bodem stromen. Je ziet deze laag vaak in het bos. Daar is de bodem langere tijd met rust gelaten, waardoor de bodem in balans kan komen. Lees ook onze bodemtips, zodat je de bodem een boost kunt geven om te gaan herstellen.

Je kunt een gat maken op verschillende plekken in jouw tuin om te kijken of je de organische stof herkent!


3.

Daarbij is er nog iets dat je tegen zou kunnen komen tijdens je onderzoek, mits deze organismen aanwezig zijn, namelijk het bodemleven zelf! Op een vierkante meter zijn biljoenen organismen te vinden. We hebben het dan over bacteriën, gisten en schimmels die je met het blote oog niet kunt zien. Er zijn ook soorten die je wel kunt zien en die net zo belangrijk zijn, zoals regenwormen, pissebedden, spinnen en slakken. Ook zij verwerken samen het organische materiaal tot humus. Het is natuurlijk minder fijn als de slakken je moestuinplanten opeten, want dat wil je graag zelf omzetten tot organisch materiaal.
Je kunt dus tijdens het onderzoek naar humus meteen kijken of je regenwormen ziet in de bodem.
Regenwormen maken tunnels. Je hebt verschillende soorten regenwormen. De één graaft horizontaal, de ander verticaal. Door tunnels te graven zorgen ze voor voldoende zuurstof in de bodem en de uitwerpselen van de wormen zijn humus! Zo dragen ze bij aan een goede pH-waarde en vochtgehalte van de bodem.

Daarbij is het belangrijk om de pH-waarde te meten in jouw tuin. Deze is bepalend voor het in leven blijven en het goed kunnen functioneren van het bodemleven. In sommige tuincentra kun je gratis de pH-waarde van jouw tuin laten meten. Beter nog is het om het op verschillende plekken in jouw tuin te doen, zodat je een duidelijker beeld krijgt. Eco-style heeft hiervoor een zeer praktische oplossing ontwikkeld: doe-het-zelf pH bodemtest. In enkele minuten kan worden bepaald wat de pH-waarde is in de bodem. In een pakketje zitten 8 testbuisjes, zodat je op 8 punten in jouw tuin een pH test kunt uitvoeren. Bij een kleine tuin kun je de overige testjes bewaren voor later. Lees hier meer over hoe belangrijk de pH-waarde van jouw bodem is.